Bewind
In een testament kan een bewind zijn ingesteld. Dat betekent dat het geërfde vermogen niet (meteen) ter vrije beschikking staat aan de erfgenaam, maar dat dit wordt beheerd door een bewindvoerder. Een bewind kan worden ingesteld als bescherming voor de erfgenaam, bijvoorbeeld als die nog minderjarig is. Ook kan een bewind worden ingesteld ter bescherming van anderen, bijvoorbeeld bij een zogenoemde tweetrapsmaking, of voor de duur van de afwikkeling van de nalatenschap.
Heb je een vraag over dit onderwerp?
Soorten bewind
Er zijn drie soorten bewind die kunnen worden ingesteld over een erfrechtelijke verkrijging: een beschermingsbewind, een conflictbewind en een afwikkelingsbewind.
Het beschermingsbewind is bedoeld om de erfgenaam zelf te beschermen. Het wordt over het algemeen ingesteld in geval de erfgenaam minderjarig of jongvolwassen is en eindigt automatisch als de erfgenaam een bepaalde, door de erflater bepaalde leeftijd heeft bereikt. Tot die tijd kan de erfgenaam niet zelf over het geërfde vermogen beschikken, zonder medewerking van de bewindvoerder.
Het conflictbewind wordt ingesteld als sprake kan zijn van tegengestelde belangen tussen de erfgenaam en een derde. Het bekendste voorbeeld daarvan is als wordt geërfd via een tweetrapsmaking. In dat geval is in het testament niet alleen bepaald naar wie het vermogen nu toegaat (de verkrijger), maar ook aan wie het vermogen bij overlijden van deze eerste erfgenaam vervolgens toe moet komen (de verwachter). Er wordt in dat geval een bewind ingesteld om de belangen van de verwachter te beschermen. De verkrijger kan door het ingestelde bewind niet de hele nalatenschap verkwisten voordat die aan de verwachter toekomt.
Het afwikkelingsbewind wordt vaak ingesteld in combinatie met een executeursbenoeming. De executeur is dan niet alleen bevoegd de boedel te beheren en de schulden te voldoen, maar kan de nalatenschap volledig afwikkelen. Daarmee worden zijn wettelijke bevoegdheden uitgebreid en kan hij ook bepalen hoe de nalatenschap onder de erfgenamen wordt verdeeld en deze verdeling tot stand brengen.
Taak van de bewindvoerder
De bewindvoerder heeft als taak het onder bewind gestelde vermogen te beheren. Naast de exclusieve bevoegdheid van de bewindvoerder om te beschikken over het vermogen, kan de rechthebbende ook zelf bevoegd zijn om handelingen met betrekking tot het vermogen te verrichten. Welke handelingen dat zijn, hangt af van het soort bewind dat is ingesteld en de regels die in het testament zijn ten aanzien van het bewind.
De bewindvoerder zal direct na aanvang van het bewind een beschrijving moeten opmaken van alle onder bewind gestelde goederen. Ook zal hij het bewind moeten inschrijven in het kadaster (als het betrekking heeft op onroerende zaken), in het aandeelhoudersregister (als het betrekking heeft op aandelen in een BV) en in het handelsregister (als het betrekking heeft op een onderneming die is ingeschreven).
Is een afwikkelingsbewind ingesteld, dan heeft de bewindvoerder een hele specifieke taak: hij moet de boedel afwikkelen. Dat betekent dat de bewindvoerder de nalatenschap klaar moeten maken voor verdeling en vervolgens een verdeling onder de erfgenamen tot stand zal moeten brengen.
Rekening en verantwoording
De bewindvoerder legt ieder jaar en bij het einde van het bewind rekening en verantwoording af. Door deze verplichting kan worden gecontroleerd of de bewindvoerder zijn taak naar behoren uitvoert. De rekening en verantwoording wordt afgelegd aan de rechthebbende van het vermogen, en aan degenen in wiens belang het bewind is ingesteld. In geval van een conflictbewind bij een tweetrapsmaking, dient de rekening en verantwoording dus ook te worden afgelegd aan de verwachter.
Als een bewindvoerder is benoemd door de rechtbank, dient de rekening en verantwoording aan de kantonrechter te worden afgelegd. De kantonrechter kan deze vervolgens goed- of afkeuren en eventueel aanvullende informatie van de bewindvoerder verlangen.
In de rekening en verantwoording geeft de bewindvoerder inzicht in wat er in de verslagperiode is gebeurd met het onder bewind gestelde vermogen. Welke inkomsten en uitgaven zijn er geweest, zijn er goederen verkocht of aangekocht, et cetera. De bewindvoerder moet in de rekening en verantwoording inzicht geven in het door hem gevoerde bewind. Wordt rekening en verantwoording afgelegd aan de kantonrechter, dan moet dat gebeuren met de formulieren die de rechtbank daarvoor ter beschikking stelt.
Aansprakelijkheid van de bewindvoerder
Een bewindvoerder moet handelen zoals ‘van een redelijk handelend en redelijk bekwaam bewindvoerder kan worden verwacht’. Hoe die open norm wordt ingevuld, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Is de bewindvoerder een professional of niet, over welke goederen is bewind ingesteld, wat voor soort bewind is ingesteld, heeft de bewindvoerder voldaan aan de op hem rustende wettelijke verplichtingen et cetera. Als komt vast te staan dat de bewindvoerder te kort in geschoten in de uitvoering van zijn taak, kan hij aansprakelijk worden gehouden voor de daardoor ontstane schade.