Een veelvoorkomend legaat is het legaat waarbij het vruchtgebruik over de hele erfenis aan de partner van de overledene wordt gegeven. De (andere) erfgenamen krijgen wel de eigendom van hun erfdeel, maar mogen daar nog niet over beschikken zolang het vruchtgebruik duurt. Zolang het vruchtgebruik duurt, mag de partner het vermogen van de overledene gebruiken. Dat betekent in de praktijk meestal dat de woning in gebruik blijft bij de partner, net als de inboedel daarvan, en dat het saldo op bankrekeningen vaststaat en in elk geval het rendement aan de partner toekomt.
De erflater kan in het testament bepalingen opnemen om meer invulling te geven aan het vruchtgebruik. Daarmee kunnen bijvoorbeeld regels worden gemaakt over het recht om het vermogen te verbruiken en daar op in te teren.
De vruchtgebruiker is verplicht om jaarlijks bij te houden welke zaken niet meer aanwezig zijn, welke zaken daarvoor in de plaats zijn gekomen en welke opbrengsten het vruchtgebruikvermogen heeft gegenereerd.